Deze publicatie bespreekt enkele theoretische aspecten van leerprocessen bij dieren. Deze worden geïllustreerd met enkele voorbeelden.
1. Habituatie en sensitisatie
Habituatie is het proces waarbij het organisme geleidelijk minder en minder gaat reageren op een stimulus die regelmatig herhaald wordt. Sensitisatie is het omgekeerde: de reactie neemt toe.
Vb. Sommige honden en paarden laten wennen aan het gebruik (geluiden van) vuurwapens
Vb. Het dier laten wennen aan personen die voorbij wandelen, het staren in een kooi, ...
Vb. Het herhalen van een handeling: een hand introduceren, hanteren, …
Vb. Aan het begin van een gedragsobservatie komen een aantal koeien in een stal bij een observator te staan. Na een tien tal minuten tonen deze dieren geen interesse meer.
Habituatie en sensitisatie worden beschouwd in de strikte betekenis als niet-associatief leren in tegenstelling met type I (klassieke) en type II (operante) conditionering. Die processen steunen op biochemische veranderingen ter hoogte van de zenuwen.
2. Klassieke of Pavloviaanse conditionering (Type I)
Later meer ...
Bronnen
Met veel dank aan Professor Christel Moons voor de interessante lessen van de cursus Ethologie, dierenethiek, rassen- en beoordelingsleer.
